OBS De Uilenspiegel - We hebben het druk op onze school. En niet alleen de leerkrachten. Nee, ook de kinderen zijn druk in de weer. Dit is de periode van de portfoliogesprekken.
In januari en in mei zijn er portfoliogesprekken op onze school. Alle kinderen, van de allerkleinsten uit groep 1/2 tot en met de kinderen uit groep 7/8, vertellen dan aan hun ouders hoe het met hen gaat op school. Twee keer per jaar hebben we zo’n gesprek van een half uur. Een half uur waarbij voornamelijk het kind aan het woord is.
De kinderen zitten in groepjes te werken. Ze overleggen met elkaar. Ze bevragen elkaar. Een kind is een eigen kwaliteitenblad aan het invullen. ,,Wat kan ik al heel goed? Wat lukt een beetje? Waar heb ik nog moeite mee?” Een ander kind buigt zich over een blad waarbij hij moet kijken hoe hij schrijft. “Maak ik al mooie lusletters, kan ik de stokletters al?” Hij heeft schriftjes van zichzelf naast hem liggen. Zo kan hij zelf controleren of deze letters hem al lukken of niet.
De kinderen krijgen ook de tijd om een verhaal te schrijven over zichzelf. Op onze school hebben we verschillende werkvormen. De kinderen denken na of ze hieraan fijn kunnen werken. Ze beschrijven waarin ze goed zijn en wat ze nog moeilijk vinden. Wanneer het verhaal af is mogen de kinderen zelf kiezen op wat voor manier ze zichzelf presenteren aan de ouders en de leerkracht.
Het mooie is dat deze presentaties steeds creatiever worden. Sommige kinderen kiezen ervoor om een powerpoint presentatie te maken. Anderen vinden het mooi om een muurkrant in elkaar te knutselen. Een groepje kinderen enthousiasmeert elkaar. Zij gaan in de klas een speurtocht maken voor de ouders. De ouders moeten via de speurtocht vijf cijfers zoeken. Bij elk cijfer wat ze hebben gevonden wordt iets verteld over een werkvorm en vertelt het kind hoe hij of zij werkt tijdens bijvoorbeeld “Contractwerk” of tijdens “Ateliers”. Weer andere kinderen maken een grabbeldoos en dit jaar heeft een kind een dartbord gemaakt waarin je in de een, twee, drie, vier of vijf kunt gooien. Elk cijfer is weer gekoppeld aan één van de vijf werkvormen.
De laatste vijf á tien minuten mag de leerkracht aan het woord zijn. De leerkracht heeft een stukje geschreven over de afgelopen periode en een stukje over hoe we nu verder gaan. Het is zó gaaf dat bijna altijd datgene wat de leerling heeft verteld, overeenkomt met wat de leerkracht voorleest! Dit geeft maar weer eens aan hoe goed kinderen zichzelf meestal (leren) kennen en vooral ook hoe terecht het is dat het kind het woord krijgt tijdens dit soort voortgangsgesprekken. En zijn er verschillen? Dan is het mooi om het daar over te hebben en om samen weer een plan te trekken voor de volgende periode. Want onderwijs maken we samen!
Team Uilenspiegel
Bron: www.inboekel.nl/onderwijs-maken-we-samen/
Gepubliceerd in 'Nieuws'